Je denkt er misschien niet iedere dag bij na, maar je leeft in een rechtsstaat. Je bent vrij om in het openbaar je mening te uiten, om te zeggen en schrijven wat je wilt. Je bent vrij om je eigen godsdienst te hebben en om je eigen politieke partij te kiezen. Niemand mag je discrimineren, niet om je huidskleur, niet om je afkomst, niet om je geloof, niet om je sekse of om je seksuele voorkeur. Niemand mag je spullen afpakken, zomaar je huis binnenkomen of tegen jouw zin aan je lijf zitten. Al die grondrechten en nog meer staan in de grondwet. Dat is de belangrijkste wet van het land. Alle andere wetten zijn op de grondwet gebaseerd. Het is de moeder van alle wetten.
In rechtsstaat Nederland heeft iedereen recht op een eerlijk proces. Niemand kan zonder proces worden veroordeeld. In een rechtsstaat geldt niet het recht van de sterkste. Er wordt rechtgesproken door onafhankelijke rechters. In een rechtsstaat kan je niet midden in de nacht van je bed worden gelicht en zonder vorm van proces jarenlang worden opgesloten. In een rechtsstaat word je niet gemarteld. In een rechtsstaat moet iedereen zich aan de wet houden. De tuinman in Limburg, de ambtenaar in Groningen, de leraar in Arnhem, maar ook de Minister-President in Den Haag. De overheid moet zich aan de wet houden, en ja, jij moet je ook aan de wet houden.