Verreweg de meeste rechtszaken zijn burgerlijke zaken of civiele procedures. Deze beginnen met een verzoekschrift, dat is een formele brief aan de rechter, of met een dagvaarding. Deze dagvaarding wordt dan niet door de Officier van Justitie maar door de deurwaarder uitgereikt.
Na zo’n verzoekschrift of een dagvaarding volgt een schriftelijk antwoord van de gedaagde partij. Dit wordt meestal door zijn advocaat opgesteld. In veel gevallen volgt na zo’n schriftelijk antwoord een zitting. Op deze zitting geeft de rechter de partijen en hun advocaten de gelegenheid om de zaak toe te lichten. Daarna volgt een vonnis. Dit kan een eindvonnis zijn maar het kan ook een vonnis zijn waarin nader bewijs moet worden geleverd.
In ingewikkelder zaken worden ook nog wel eens na de zitting schriftelijke stukken gewisseld, dan heet dan re- en dupliek. Soms worden er ook in civiele zaken lange mondelinge pleidooien gehouden voordat er een vonnis gewezen wordt.